Getuigt een sterk verhaal van een opgeblazen ego?
Dat een mens of een personage met een narratief leeft en dus in een illusie verkeert, hoeft niet te betekenen dat ie zich beter waant dan andere mensen.
Zowel de stelling ‘Ik ben beter dan alle anderen’ als de stelling ‘Ik ben slechter dan alle anderen’ is een narratief. Het eerste getuigt van een gevoel van superioriteit en het tweede van inferioriteit.
Laten we kijken hoe dit uitpakt voor de twee hoofdpersonages in de roman Normale mensen van Sally Rooney.
Het ego van Marianne Sheridan
Marianne Sheridan vertelt zichzelf vaak dat ze minder waard is dan anderen, zoals in dit moment, waar ze samen met Connell is:
Hij ritste zijn zwarte gewatteerde jack open en legde het om haar schouders. Ze stonden heel dicht bij elkaar. Ze zou op de grond zijn gaan liggen om hem over haar heen te laten lopen als hij dat wilde, dat wist hij best.
Rooney, Sally. Normale mensen (Dutch Edition) (p. 31)
Maar op andere momenten waant ze zich niet minderwaardig, bijvoorbeeld als het gaat om haar prestaties op school; ze weet dat ze goed kan studeren, al durft ze dat niet altijd hardop te zeggen.
Dus ook al is haar narratief er vaak eentje van zich inferieur voelen, ze voelt zich soms ook superieur.
Het ego van Connell Waldron
Aanvankelijk waant Connell Waldron zich beter dan Marianne, zoals aan het begin van de roman, waarin hij bang is dat hun contact hem omlaag brengt in de pikorde op school.
Maar op andere momenten vindt hij zichzelf juist minder:
De keren dat hij echt seks heeft gehad, vond hij dat zo stressvol dat het voornamelijk onplezierig was, zodat hij is gaan vermoeden dat er iets mis met hem is, dat hij niet in staat is intiem met een vrouw te zijn, dat hij een ontwikkelingsachterstand heeft.
Rooney, Sally. Normale mensen (Dutch Edition) (p. 9)
Zowel zijn superieure als inferieure gevoelens maken deel uit van zijn narratief en zijn ego.