Hoe we ons narratief continueren door mensen met elkaar te vergelijken

Er is iemand en die doet ons denken aan iemand anders. Ook dat heeft te maken met narratief. Bijvoorbeeld in relaties. We vergelijken iemand met wie we een relatie aangaan met iemand met wie we een relatie hebben gehad. Of we zien in een kind de ouders terug. Misschien vallen dan ons ook verschillen op. Ook de verschillen horen bij de vergelijking.

Heden en verleden

Door mensen met elkaar te vergelijken, koppelen we het heden aan het verleden. Door mensen met elkaar te vergelijken, zetten we onze beleving voort en continueren we ons narratief.

Een vergelijking is altijd ook subjectief. Misschien vergelijk je de conducteur in de trein met een juffrouw die je op basisschool had. Jij bent de enige die die twee mensen kent en met elkaar kan vergelijken.

Groep en individu

Soms zijn vergelijkingen niet zozeer individueel. Dan worden ze door een groep gemaakt en zijn ze onderdeel van een groepsnarratief. De kinderen vergelijken de juf in het nieuwe schooljaar met de juf uit het vorige schooljaar. En binnen de groep spelen dan weer individuele vergelijkingen een rol. Misschien is een van de kinderen gefocust op de handen van de juf: de nieuwe juf heeft dezelfde handen als haar moeder, terwijl de handen van de oude juf er niet op leken.

Vergelijkingen zorgen ervoor dat het narratief met de juf van het vorige jaar voortleeft in de juf van het nieuwe jaar. En voor dat ene kind zorgen vergelijkingen ervoor dat via de handen van de juf, het narratief met haar moeder zich voortzet.

Openen en afsluiten

Misschien lijkt het erop dat er eerst iets is wat onze aandacht trekt, en dat we vervolgens een vergelijking maken met het verleden. Maar het zou ook andersom kunnen zijn: dat we constant bezig zijn om ons narratief te continueren en dat we daar steeds voorbeelden bij zoeken, dat we daar continu voor openstaan.

Pas als we niet meer voor vergelijkingen blijken open te staan, is het narratief afgesloten. En misschien gebeurt dat wel nooit helemaal. Misschien zijn er gradaties van ergens voor openstaan. Dat als een narratief sterk is, dat we dan in hoge mate voor vergelijkingen openstaan, en dat als narratief zwak is, dat we dan minder voor vergelijkingen openstaan.

Proza laat zien hoe personages via vergelijkingen het verleden in het heden laten voortbestaan en daarmee hun narratief continueren.

Vergelijkbare berichten