Hoe Marianne Sheridan met haar verhaal worstelt

Normale mensen van Sally Rooney volgt beurtelings het perspectief van Connell Waldron en dat van Marianne Sheridan.

Het narratief van Marianne is dat ze iemand is van wie mensen niet kunnen houden omdat ze kil is. Als ze Connell voor het eerst bij haar thuis ontmoet, zegt ze tegen hem:

Ik weet wel dat je me waarschijnlijk haat, maar je bent de enige die met me wil praten.

— Rooney, Sally. Normale mensen (Dutch Edition) (p. 10). Ambo/Anthos

Later, als ze inmiddels een knipperlichtrelatie met Connell heeft, zegt ze tegen hem en haar vriendin Peggy:

Ik voel me niet aantrekkelijk. Ik geloof dat ik een onsympathiek soort… Dat ik iets kils heb, dat het niet meevalt om mij leuk te vinden. Ze gebaart met een lange, smalle hand in de lucht alsof ze alleen bij benadering kan uitdrukken wat ze bedoelt en er niet de vinger op kan leggen.

— Rooney, Sally. Normale mensen (Dutch Edition) (p. 81). Ambo/Anthos

In dat narratief leeft ze nog steeds als ze een nieuwe partner heeft: Jamie. Ze vertelt Connell dat Jamie tijdens de seks sadistisch is.

Misschien wil ik wel slecht behandeld worden, zegt ze. Ik weet niet. Soms denk ik dat ik dat verdien omdat ik een slecht mens ben.

— Rooney, Sally. Normale mensen (Dutch Edition) (p. 106). Ambo/Anthos

We zijn hier halverwege de roman. Aan de oppervlakte is er dan voor Marianne al veel veranderd: van vrijgezel naar een knipperlichtrelatie met Connell naar een relatie met Jamie. Maar het onderliggende narratief van Marianne is hetzelfde gebleven: ik verdien geen liefde en respect.

Ook hier zien we dat de roman niet zozeer gaat over een aaneenschakeling van gebeurtenissen als wel over hoe mensen en personages met hun verhaal worstelen.

Vergelijkbare berichten