Hoe Gregor Samsa met zijn verhaal worstelt (1)
Toen Gregor Samsa op een ochtend uit onrustige dromen ontwaakte, ontdekte hij dat hij in zijn bed in een reusachtig ondier was veranderd.
— Franz Kafka, De gedaanteverwisseling
Als Gregor Samsa voor het eerst wakker wordt als een ondier, denkt hij niet: nu ben ik een ondier, laat ik me als een ondier gedragen. Nee, hij ontkent de situatie:
Maar voorlopig moet ik wel opstaan, want mijn trein gaat om vijf uur.
— Franz Kafka, De gedaanteverwisseling
Ook wanneer zijn manager aanklopt, ontkent Gregor wat er aan de hand is:
‘Ik ga trouwens nog met de trein van acht uur op reis, door die paar uur rust ben ik weer op krachten gekomen. Verdoe uw tijd toch niet, meneer de procuratiehouder; ik ben zo dadelijk zelf op de zaak, en misschien wilt u zo goed zijn dat te zeggen met de complimenten aan de directeur!’
— Franz Kafka, De gedaanteverwisseling
Het absurde van De gedaanteverwisseling is niet zozeer dat Gregor in een ondier is veranderd, maar dat hij volhardt in zijn achterhaalde narratief, zowel in zijn gedachten als in zijn uitspraken.