Observeren van het verhaal
Wanneer je om je heen kijkt, wat zie je dan zoal? Het eerste wat je zult zien is het uiterlijk van mensen en gebeurtenissen. Na een tijdje zul je daar doorheen kijken en zien welk verhaal daaronder zit.
De oppervlakte: dat wat meteen opvalt
Wat je als eerste opvalt: hoe mensen eruit zien, hoe ze zich gedragen, hoe ze praten. Of je ziet de ruimte waarin ze zijn. Het zijn de zaken waar proza aan de oppervlakte uit bestaat: handeling, omgeving, dialoog, uiterlijkheden.
De diepte: het verhaal eronder
Er is ook iets anders dat je kunt observeren, iets wat niet meteen opvalt: hoe mensen ergens een verhaal van maken, welke feiten ze achterelkaar plakken om tegen zichzelf en anderen te zeggen: ‘zo zit het,’ of: ‘dit ben ik,’ of: ‘daarom ben ik genoodzaakt dit te doen.’ Je zult zien dat mensen ergens door gedreven worden, namelijk hun verhaal.
Om tot deze laag door te dringen kijk en luister je nog steeds naar dat wat opvalt, maar nu stel je jezelf wat vragen. Vanuit welke overtuiging doet iemand wat ie doet? Hoe plakt iemand een oorzaak aan een gevolg, of een gevolg aan een oorzaak? Hoe ziet iemand een gebeurtenis op een andere manier dan de meeste mensen? Waarom houdt iemand ergens aan vast terwijl het voor iedereen duidelijk is dat het een verloren zaak is? Vanuit welk verhaal handelt iemand? Dit verhaal is waar proza in de diepte over gaat.
Wisselwerking tussen de lagen
Het werkt twee kanten uit. Als je blijft kijken naar wat er aan de oppervlakte gebeurt, valt je vanzelf een verhaal op van waaruit iemand denkt en praat en handelt. En als je het verhaal weet bloot te leggen, ga je aan de oppervlakte steeds meer sporen vinden die naar dat onderliggende verhaal leiden.